Misschien bent u een artikel tegengekomen dat erg interessant is voor uw onderzoek, maar hebt u er geen toegang toe. Of misschien zit je met vragen over de resultaten van een onderzoek, maar kun je die niet oplossen omdat je geen toegang hebt tot de gegevens of de onderliggende code. Het lijkt er al jaren op dat de wetenschap systematisch gesloten is, waardoor dit soort situaties normaal zijn geworden. Maar moet wetenschap niet worden gebouwd op de fundamenten van eerdere kennis, op de schouders van reuzen? En moeten we in dat geval niet streven naar volledige transparantie en zo vroeg mogelijk in het proces zo veel mogelijk delen?
De open-wetenschapsbeweging ziet de noodzaak om op deze uitdagingen te reageren en probeert een verandering in de academische en onderzoekscultuur teweeg te brengen. Het is moeilijk om een beknopte definitie te geven van wat open wetenschap kenmerkt, aangezien elk vakgebied, elke instelling, elke wetenschappelijke gemeenschap zijn eigen identiteit heeft, met verschillende methodologieën en benaderingen van kennis die veel aandacht voor de context vereisen. Toch wil ik graag de definitie van UNESCO (2021, p.7) delen, die als basis dient voor mijn onderzoek:
‘open science wordt gedefinieerd als een inclusief construct dat diverse bewegingen en praktijken combineert om meertalige wetenschappelijke kennis openlijk beschikbaar en toegankelijk te maken voor iedereen, evenals herbruikbaar door iedereen, om wetenschappelijke samenwerkingen en het delen van informatie te vergroten ten voordele van de wetenschap en de samenleving, en om de processen van creatie, evaluatie en communicatie van wetenschappelijke kennis open te stellen voor sociale actoren buiten de traditionele wetenschappelijke gemeenschap’.
Open wetenschap kan verschillende paden bewandelen, elk met zijn eigen implicaties voor de toekomst van onderzoekssystemen. Daarom kunnen de waarden en principes uit de UNESCO-aanbeveling (Figuur 1) dienen als basiskader voor de ontwikkeling van open praktijken. Het Netherlands Open Science Programme 2030 (NPOS 2030) bijvoorbeeld neemt deze waarden als basis voor zijn operationalisering. Een robuust kader dat is gebaseerd op een reeks gedeelde waarden in de wetenschappelijke gemeenschap laat ruimte en flexibiliteit voor praktijken om zich aan te passen aan de context.
Figuur 1.
Waarden en principes van open wetenschap (UNESCO, 2021).
Ondanks het gebrek aan consensus tussen de verschillende gemeenschappen, is het duidelijk dat we nu al de opkomst zien van verschillende soorten open wetenschapsbeleid. Op het gebied van onderzoeksfinanciering vereist het Horizon Europe programma bijvoorbeeld onder andere open publicatie van resultaten, een datamanagementplan (DMP) en openheid van gegevens – altijd onder het motto zo open als mogelijk, zo gesloten als nodig. Alles wijst erop dat een meer open wetenschap ons zou kunnen helpen om effectiever te reageren op de huidige mondiale uitdagingen. We hebben echter meer bewijs nodig: we bevinden ons nog in een fase waarin we moeten leren van de ervaringen van onderzoekers om effectief beleid te kunnen ontwikkelen.
Juist met het oog op het ontwerpen van evidence-based beleid heeft de Universiteit Leiden in 2023 het Open Science Lab bij CWTS opgericht, waar ik als predoctoraal onderzoeker deel van uitmaak. In mijn werk richt ik me op het onderzoeken van de institutionalisering van open science, dat wil zeggen dat ik probeer te begrijpen in welke mate en op welke manieren het wordt beoefend. Ik ben geïnteresseerd in de betekenissen die aan open wetenschap worden gegeven: bijvoorbeeld verschillen tussen disciplines of afhankelijk van de fase van de onderzoekscarrière. Ik probeer ook de organisatorische visie te analyseren en de lokale overname (en aanpassing) van beleid en aanbevelingen van internationale organisaties en initiatieven te onderzoeken (bijv. Plan S, CoARA, of de eerder genoemde UNESCO).
Ik ben van mening dat we ons moeten richten op waarom, hoe en voor wie we de wetenschap openstellen en daarom houd ik deze focus altijd op de achtergrond van mijn werk. Om dit te illustreren, kunnen we kijken naar de verschillende routes die open access publishing heeft genomen, waarbij de meeste wetenschappelijke tijdschriften hoge artikelverwerkingskosten (APC’s) in rekening brengen. Terwijl grote wetenschappelijke uitgevers hun APC’s verhogen en grote winsten maken, staan nieuwe economische barrières onderzoekers in de weg, vooral onderzoekers in minder bevoorrechte instellingen of regio’s. Een andere belangrijke barrière is het gebrek aan erkenning: zolang stimulansen deze praktijken niet belonen, zullen ze waarschijnlijk niet de norm worden. Het statusrapport Ruimte voor ieders talent, opgesteld door verschillende overheidsinstanties in Nederland, kan ons helpen een idee te krijgen van de noodzaak om onderzoekers te belonen voor de vele taken die ze uitvoeren in plaats van ons te richten op wetenschappelijke output op basis van publicatiecijfers.
De weg die voor ons ligt in de open science beweging is nog lang en lijkt soms moeilijk, maar de waarheid is dat er veel middelen zijn. In Nederland hebben we gespecialiseerde professionals op onze universiteiten, de data stewards, om ons te helpen met het beheer van onderzoeksgegevens. In het algemeen hebben alle universiteitsbibliotheken experts in open publishing om ons te begeleiden en te adviseren. Aan de andere kant heeft elke universiteitsstad zijn eigen Open Science Community, die op zijn beurt weer deel uitmaakt van een nationaal netwerk (OSC-NL). Naast het organiseren van informatieve evenementen gericht op lokale behoeften, zijn ze een ideaal platform om ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren. Ik draag zelf bij aan het beheer van de Leidse community.
In Spanje verscheen open wetenschap al als het gewenste model in het Staatsplan voor wetenschappelijk, technisch en innovatieonderzoek (PECTI) 2021-2023, maar werd het concreter in de eerste Nationale Open Wetenschapsstrategie (ENCA) 2023-2027. Op hun beurt zijn de doelstellingen van de ENCA opgenomen in het PECTI 2024-2027, met open wetenschap als randvoorwaarde voor alle programma’s.
REFERENTIES
OECD (2015), “Making Open Science a Reality”, OECD Science, Technology and Industry Policy Papers, No. 25, OECD Publishing, Paris. http://dx.doi.org/10.1787/5jrs2f963zs1-en
UNESCO. (2021). UNESCO Recommendation on Open Science. https://www.unesco.org/en/open-science/about
VSNU, NFU, KNAW, NWO and ZonMw. (2019). Position paper—Room for everyone’s talent. Recognition & Rewards. https://recognitionrewards.nl/about/position-paper/
Ana Parrón Cabañero
Predoctoraal onderzoeker CWTS (Centrum voor Wetenschaps- en Technologiestudies), Universiteit Leiden
Na een bachelor in vertalen en tolken en een master in lesgeven in Spaans als vreemde taal (ELO) heb ik 6 jaar als ELO-docent in verschillende landen gewerkt. Mijn laatste onderwijservaring aan de University of International Business and Economics in Beijing inspireerde me om meer te leren over het functioneren van instellingen voor hoger onderwijs en onderzoekssystemen.
Deze interesse leidde ertoe dat ik in 2021-2023 een Erasmus Mundus Master in Research and Innovation in Higher Education (MARIHE) volgde, waar ik vertrouwd raakte met onderwerpen zoals systemen voor wetenschapsfinanciering, de transformaties van onderzoeks- en innovatiesystemen in de afgelopen decennia, of het beheer en gebruik van gegevens in besluitvormingsprocessen in het universiteitsbestuur. In oktober 2023 ben ik begonnen met mijn PhD in Leiden, waar ik onderzoek doe naar de processen van transitie en institutionalisering van open science aan mijn universiteit, evenals de dynamiek en wisselwerking tussen beleid en praktijk.
Daarnaast deel ik sinds februari 2024 de verantwoordelijkheden met twee collega’s als community manager van de Open Science Community Leiden, waar ik verantwoordelijk ben voor het organiseren van activiteiten om open science aan de universiteit te promoten en de uitwisseling van ervaringen en verbinding tussen leden probeer te bevorderen.